Familiewapen Knijff
Bron: Het Utrechts Archief
Maria Magdalenaklooster
Door wie en wanneer de kerk en het klooster van Maria Magdalena1
is gesticht, weet ik niet. Misschien is het Wermbout Boskoop geweest, een
priester. Hij stichtte de eerste kloosters van de derde regel van St. Franciscus,
[huizen] van boetvaardigheid, binnen of buiten de muren van de stad Utrecht. Hij
is gestorven in 1413, op de dag voor Pinksteren. Dit klooster is om zijn
properheid een bezienswaardigheid.
In de kloostergang bevinden zich in de muur en de vloer verscheidene grafstenen
van nonnen die hier begraven zijn. Ook ziet men in de ramen wapens en
voorstellingen, ontleend aan de Heilige Schrift. In de vloer vóór de ingang van
de kerk bevindt zich een blauwe steen met deze wapens: *
Knijff / Wasman / Vos / Bale.
Op een bord tegen de muur:
Op 19 oktober 1575 stierf Anna Knijff, dochter van Gerrit Knijff, burgemeester
van Utrecht, die het klooster 31 jaar geleid heeft.
Hier is ook in 1639 begraven [Bucho] van Schroyestein, die aan de pest gestorven
is.
In de kloostergang zijn er gebrandschilderde ramen. * Aan de kant van de kerk *
Peter de Vos, koorbisschop.
Mr. Wouter van Cordenoort.
Maurits Grouf van Erkelens.2
*
Mr. Jan van Goch, scholaster van Oudmunster.
Adriaan van Renesse. * A.P. *
Mr. Jan van Hogeland. *
Thomas van Nijkerken. / A.L. *
1. Zie Muller 1913, 191.
2. Zie Borst e.a. 1997, 75.
In 1590 stierf Maria Knijff van Rodenburch, vrouw van Jan Botter
van Snellenberch. Anno ... stierf Henrica van Hemert en van Gendt, zijn tweede
vrouw. Zij rusten in vrede.
Deze wapens hangen op een bord. * Overleden op 9 september 1625. * Op een andere
steen. *
Boven het wapen staan deze woorden: Op 15 augustus ... stierf Jan Zaal. Op 23
januari 15.. stierf Judith, weduwe van Jan Zaal.
Op een andere, vrij grote steen: Hendrik en Willem de Voocht van Rijneveld. *
Op een andere steen: D.O.M. Pieter van Sijpenesse heeft deze steen geplaatst
voor zichzelf, zijn vrouwen, zijn kinderen en hun nakomelingen, ter gedachtenis.
Nu slaap je in het stof van de aarde, maar je zult opstaan op de jongste dag.
Vlak bij het zuidportaal, waar vroeger het altaar van de familie Van Hove stond,
hangt een bord met de volgende wapens: *
Darle / Duivenvoorde / Westerholt / Renesse / Bijland / Kuinre / Dongelen /
IJsselstein.
1612. D.O.M. aan Christus de allerheiligste.
Voor zijn geliefde, trouwe en vrome vrouw, Anna van Darle, die uitmuntte door
adellijke afkomst en ware deugdzaamheid. Voor haar, met wie hij vijftien
gelukkige huwelijksjaren heeft doorgebracht, en negen kinderen heeft opgevoed.
Voor haar heeft Willem Bor van Amerongen, heer van Sandenborch, haar ongelukkige
en bedroefde man, deze steen, samen met zeven nog levende kinderen, onder tranen
geplaatst. Zij was zo bewonderenswaardig, zo geduldig, ook gedurende haar lange,
ongeneeslijke ziekte. Dit is een teken van herinnering, tot verlichting van zijn
verdriet, en als een bewijs van zijn oprechte liefde en een teken van toewijding.
Na 39 jaar te hebben gedoold in deze aardse ballingschap, is zij teruggeroepen
naar haar eigen land. Tot groot verdriet van de nabestaanden, maar zelf vol
blijdschap en verlangen naar het heil, overleed zij op 10 april, in het jaar 12
na 1600 (1612) te 's-Gravenhage. Maar dit lichaam is in september begraven bij
haar moeder, Maria, ook stammend uit het oude geslacht van Duivenvoorde en
Renesse. *
Overleden A.D. 1603, in de maand ..., op de leeftijd van 60 jaar.
Op 15 maart 1615 is uit een graf in de Hieronymuskapel(?) hierheen overgebracht
het gebeente van mr. Gerard Hey van Zevender, licentiaat in beide rechten, samen
met dat van zijn geliefde eerste echtgenote, Elisabeth van Medemblik, nadat zijn
tweede vrouw, Sophia van Pallaes, een eigen graf had verkozen in het Abraham
Doleklooster.
Op
dezelfde plaats ligt in de vloer een blauwe stenen zerk met de volgende
opschriften en dit wapen:
In de Janskerk zijn de beenderen van Jan de Castro begraven, die tijdens zijn
leven de maag van de hongerenden heeft gevuld, en de beschermer was van alle
ballingen. Ten hemel geroepen, heeft hij zijn nabestaanden in niet aflatende
rouw om hem achtergelaten. Overleden in de leeftijd van 73 jaar op 5 april 1580.
*
Jan de Castro junior, kanunnik1
van St. Jan, heeft dit grafmonument dankbaar gestemd opgericht voor zijn oom,
die hier wacht op het Laatste Oordeel, in de hoop op zaligheid en de komst van
de almachtige God in Zijn heerlijkheid. Overleden in het jaar [1580].
Op dezelfde plaats: []
Op 5 december 1563 overleed mr. Adriaan van Beveland, oudste kanunnik van St.
Jan. Op 9 oktober 1574 overleed Aleid van Beveland; de beenderen van beiden zijn
hier bijgezet.2
Op dezelfde plaats op een andere grafzerk staan deze wapens met dit opschrift op
de rand van de steen:
* De uitvoerders van de laatste wil hebben onder deze steen begraven
Bartholomeus Knijff, oudste kanunnik van deze stad, op 24 april 1563.
Aan de noordkant van de kerk, niet ver van deze plaats, staat op een blauwe
steen:
Leer te sterven in het leven, zorg voor het leven na dit leven. Het leven is
kort,3
het zal de basis zijn voor het eeuwige leven.
Voor zijn oom Arnold van Esch, licenciaat in de beide rechten, bij zijn leven
kanunnik van St. Jan, heeft zijn neef, Dirk van Esch, dit onvergankelijk
monument van dankbaarheid voor diens grote verdiensten met genoegen opgericht.
Hij overleed op 28 februari van het heilsjaar 1610, oud 80 jaar. *
Op dezelfde plaats op een zerk: Begraven [Gerard] Comans. *
1. Of 'jongste kanunnik' ?
2. Zie Hoffman-Klerkx 1987, 49.
3. Vergelijk ‘Het leven is kort, de kunst lang’ (Seneca).
In de viering
van de kerk, naar het zuiden toe, bevinden zich twee ramen met deze wapens van
een broederschap, lijkt me. Ze zijn echter grotendeels vernield. * Knijff.
In hetzelfde deel van de kerk ziet men de volgende wapens, ook grotendeels
beschadigd. * Op een bord. * In een ander raam. *
Bij de wapens van de familie Booth leest men de volgende woorden: Arnoud Booth,
ridder van Jeruzalem, en Geertruid, dochter van Gijsbert van Leeuwen, zijn vrouw.
Op een grafsteen in de vloer van het linker- ofwel zuidelijke deel van de kerk
is het volgende gebeeldhouwd: []
Clemens Verburg en Wendelmoed, zijn vrouw. *
Op dezelfde plaats: Op 14 december 1541 stierf Jan Verburg, abt van Oostbroek.
Op dezelfde plaats, * op de muur. *
Aan de
rechterkant van de kerk, in de viering, is een raam met een bisschop, namelijk
[Johannes Antonius] Knijff van Groningen, onlangs gekozen,1
met zijn afbeelding en deze wapens. *
[] Anno 15.. stierf
Frederik van Rodenburch. Op 24 maart 1567 stierf Adolpha van Ruitenberg, zijn
vrouw.
Een blauwe grafsteen.
Op dezelfde plaats op een blauwe steen.
Het graf van Guido Visscher van Vlaanderen, heer van Rijkenberg, ridder, en van
Beatrijs van Harlebeke, zijn vrouw, en van hun nazaat, later Van der Geer
genoemd, overleden op 7 mei 1397. *
Jan de Visscher van der Geer heeft deze grafsteen van zijn voorouders, die door
ouderdom verbrokkeld was, laten vernieuwen, om te verhinderen dat zijn aloude
geslacht in de vergetelheid zou raken. Het is zijn wens geweest daarin bij de
zijnen te worden begraven. Hij is gestorven op 4 maart 1591. * De golven doen
ons buigen, maar breken ons niet.
Op een andere steen: Jan de Visscher van der Geer * Dit is de ingang van het
graf.
1. Overleden 1578.
Literatuur : Archief Hoge Raad van Adel
" In sinopel een kruis van zilver. Het schild gedekt met een gouden, met
edelstenen bezette mijter, waarvan ter weerszijde van het schild twee gouden,
van keel gevoerde linten met gouden franje afhangen, de uiteinden beladen met
een breedarmig kruisje van keel; achter het schild schuingekruist, een gouden
kromstaf, de krul naar buiten gericht, en een gouden, met edelstenen bezet kruis
met lelievormige uiteinden. " Dit wapen is ontleend aan een zegel van de eerste
bisschop van het vroegere bisdom, de uit Utrecht afkomstige Johannes Knijff, die
na zijn benoeming een soort alliantiewapen aannam met naast dat van zijn familie
een wapen met een kruis, dat vermoedelijk niet anders bedoeld was dan het wapen
van het aartsbisdom Utrecht, waaronder zowel Groningen als Friesland vóór 1559
ressorteerden. In 1988 verkreeg dit kruiswapen de kleuren groen en zilver van
het wapen van de Groninger prefekten dat is opgenomen in het wapen van de stad
Groningen. Aangezien ook het aartsbisdom een zilveren kruis voert, maar op een
rood veld, wordt het enige specifieke Groninger element gevormd door de kleur
groen.
In het koor
bevinden zich geschilderde ramen met de volgende wapens. Rechts, dat wil zeggen
aan de noordkant, is een oud raam; de voorstelling is bijna niet meer te
herkennen, maar de volgende wapens zijn nog onbeschadigd aanwezig. * Het
bovenste gedeelte gaf vermoedelijk de gekruisigde Christus weer.
In het volgende raam, naar het zuiden toe, valt niets te zien, behalve dan
onduidelijke voorstellingen. Het daaropvolgende is echter vernieuwd. Hierin zijn
de wapens geschilderd van de acht mannen die aan het hoofd stonden van de
gewapende burgers [burgervendels].
Cornelis van Meerwijk / Jan Ottensz van Roen / Evert van Doorn / Modde. *
Hierop volgt een ander raam, dat helemaal nieuw is, en in 1600 door het
stadsbestuur van Utrecht is geplaatst. Men ziet daar de volgende wapens van de
afzonderlijke a. burgemeesters
en schout, b. schepenen,
c. kameraars,
d. raden, en secretarissen: *
a. Maximiliaan van Baexen /
Nicolaas van Zuilen, heer van Zevender enz. [schout] / Dirk de Goyer;
b. Laurens van Nijhoff1
/ Willem van Drielenborch / Willem van Someren / Jacob van Bemmel / Jacob Foeyt
/ Hendrik van Helsdingen / Arend van de Sande / Antonis de Rode / Mr. Jan van
Werkhoven / Volcken Both / Lambert Canter / Jacob Stel;
c. Hendrik Buth / Jan van Lith;
d. Jan Spruit / Jan van Zuilen /
Cornelis van Malsen / Wouter van Zuilen / Frederik van Baexen / Jan van
Westrenen / Gerrit van Rijn / Dirk van Botteycken / Jan van Roy / Harmen van der
Meer / Jan Segerman / Lucas van der Poll / Hendrik van Wijkersloot / Hendrik
Jansz / Jan Splinter / Willem van Rijneveld / Gijsbert van Culemborg / Jan van
Straten / Jacob van Schendel / Cornelis Gillisz Lombart / Jan van Niendael /
Cornelis Knijff / Nicasius Le Petit / Roelof Boekhoven / [en Cornelis de Goyer].
1. Toen hij in 1634 overleed, was hij een stokoude grijsaard; zie Van Campen 1940, 14.
Bron: Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag (CBG)
Familiewapen Knijff |
Wapen: in zwart twee beurtelings trapvormige gekanteelde gouden kepers. |
Wapenvoerder: Gerard Knijf
|
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff01 |
De Knijff |
Wapen:
drie schoorsteenhalen naast elkaar. |
Wapenvoerder: De Knuijff of
Knijff |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff02 |
De Knijff |
Wapen: gevierendeeld: I in zwart twee aan de bovenkant gekanteelde gouden kepers; II in rood drie gouden ringen; III gedwarsbalkt van zes stukken van vair en rood; IV in rood een zilveren schuinbalk. |
Wapenvoerder: Knijff |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff03 |
Familiewapen De Knijff |
Wapen: in zwart twee aan de bovenzijde loodrecht gekanteelde gouden kepers. |
Wapenvoerder: De Knijff |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff04 |
Familiewapen Knijff |
Wapen: in zwart twee aan de bovenzijde trapvormige gouden kepers. |
Wapenvoerder: Jan Knijff
Thijmansz. |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff05 |
Familiewapen Knijff |
Wapen: in zilver twee gekanteelde zilveren kepers. |
Wapenvoerder: Knijff |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff06 |
Familiewapen Knijff |
Wapen:
gevierendeeld: I in zilver een halfaanziende blauwe helm met rode pluim;
II in zwart twee aan de bovenzijde gekanteelde gouden kepers; III in
zwart drie golvende zilveren dwarsbalken; IV in zilver drie vogels
zittend op een stokje, alles zwart. |
Wapenvoerder: Knijff |
Bron 1: |
Afbeelding: Knijff07 |
De Wapens van het Geslacht Knijff door Dr Remko E. de Maar.
Genealogisch gesproken onderscheidt men drie takken Knijff met daarnaast een tak van Knijff en een tak de Knijff. De drie takken Knijff zijn:
de Utrechtse tak: [UT]
de Woerdense tak: [WN]
de Nijmeegse tak : [MG]
De Onder Takken kunnen hetzelfde wapen voeren en behoren daarmede tot dezelfde Hoofd Tak of Parenteel.
Volgens Heraldiqeu Gereal de Rietstap zouden er twee wapens Knijff zijn. Maar in de Collectie Booth wordt nog "twee wapens Knijff" aangeduid. Daarnaast onderscheidt de Wapencollectie Steenkamp-Damstra nog enkele andere wapens Knijff.
Ook de wapencollectie Mutschaert geeft 2 wapens Knijff aan, n.l. een Hollandse en een Utrechtse.
De twee belangrijkste wapens zijn onderstaande afbeeldingen: Een kadowinkel in Maastricht
Er is steeds verondersteld,dat het wapen Knijff zou zijn de drie gestileerde heugels of stelijzers. De meeste bronnen spreken van heugels. Echter in de wapencollectie Mutschaert worden stelijzers afgebeeld. Over de uitleg van dit wapen kan een misverstand ontstaan.
De drie gestileerde figuren in zwart op een gouden fond worden in oude geschriften aangegeven als:Trophe van Bisschops Mijter onder die van Rheene alsmede in de wapens van Utrecht onder de Raad 1618. Deze uitleg wordt gegeven bij Cornelis Knijff, een "broer van Johannes Knijff". Dit is zeer omstreden. Wel staat het in een copy van een oud document uit familiebezit inzake Cornelis Knijff en het “ familiewapen Knijff” : Johannes werd ca. 1513 geboren. Cornelis in 1558. Uit een geschrift over de Minderbroeder Johannes Knijff, gemaakt door fr Dalmatius van Heel, blijkt bij het nagaan wie de moeder van Johannes geweest zou kunnen zijn, dat de vader van Johannes voor 1535 is gestorven. Zodat het "een broer van" op een misverstand moet berusten.
Het andere wapen Knijff, de trapgevel, is eveneens opgevoerd in de Collectie Booth en wel bij "jonge Gerrit Knijff" burgemeester van Utrecht geboren 1472 Hij was burgemeester van Utrecht in 1525. Volgens afbeeldingen uit Het Utrechts Archief is dus ook dit trapgevel wapen Utrechts en hebben zij, die later naar Noord Holland vertrokken zijn dit wapen meegenomen. Volgens een andere bron zouden het ook dakspanten gewezen kunnen zijn. Dit is in zoverre van belang, omdat het onzeker is of de Woerdense tak een rechtstreekse afstamming is van deze Utrechtse tak. Pas bij Cornelis (1558-1631) wordt het wapen met de drie heugels aangeduid. Volgens hierboven was het reeds bekend in de Utrechtse Raad in 1618. Dat is in ieder geval veel later, dan de trapgevel, die al in 1463 bekend was en gebruikt werd.
Dan wordt er in de Collectie Booth nog een wapen opgevoerd en wel bij Jan Knijff Thymenszn (geb.:1519 ?) gehuwd met Lysbeth,Mr.Johan Virbadusdr.(?) Geboren 1531. In [14] zijn het getekende kleine wapens. Dit wapen zou bestaan uit drie banen met in elke baan een kruis (?) en van boven naar beneden 3,2 en 1.Maar het kan natuurlijk zijn dat dit het wapen is van de familie Virbadus. Dat neemt niet weg,dat ook hier nazaten, dit als hun wapen zijn gaan kunnen beschouwen.
Uit diverse bronnen kan nog het hier volgende overzicht gegeven worden.
1463:Trapgevel:Bartholomeus Knijff :oudste kannunnik der Stad Utrecht
1573:Trapgevel:Johannes Knijff: l2-11-1573
1599:Een gedeeld wapen Knijff: Rechts,voor de lezer links: Trapgevel
Links, Drie kruisen met gelijke armen 1630: In de St.Jans kerk te Utrecht een wapenbord met daarop o.m. het wapen Knijff met de trapgevel
1680:Hendrik Knijff,secretaris in den Helder en Huisduinen (1669-1680) Trapgevel
1685:Eveneens in den Helder:Drie Heugels met als, helmteken een hoed met opgeslagen rand
1720:Jan Knijff: Schepen van Buren,behoort tot de Utrechtse tak. Drie heugels, helmteken hoed met veer
1720:Zegel te 's-Gravenhage, Drie schoorsteenhaken
1744:Ryksarchief Arnhem: Drie heugels met als helmteken arm met knots 1775: Knijff, burger van Leerdam: idem
1798:C.F.A.Knijff: Drie heugels met als helmteken een hoed. 1807: Knijff,secretaris van Acquoy: idem
De Nederlandse Leeuw: Kwartierstaat van Kuyck-Boll: Wapen in goud met drie rode dwarsbalken. Dit zagen we reeds bij Jan Knijff Thymenszn. Zo ja dan zou dit wapen reeds bestaan hebben in 1519.
Rest ons, ons te beperken tot de twee wapens zoals in in bovenstaande afbeeldingen zijn aangegeven. Daar het geslacht Knijff in Utrecht behoorde tot de welgestelden zullen zij ongetwijfeld gewoond hebben in een Steenhuys oftewel een van stenen opgetrokken huis. Volgens de eerste afbeelding behoort de trapgevel tot de Utrechtse Knijff-en. Ook bij het aanduiden van de trapgevel als Hollands wapen, moet een vraagteken geplaatst worden. Immers uit de Collectie Booth blijkt dat juist in de Utrechtse tak, dit wapen reeds gebruikt werd, ver voor het wapen met de drie heugels. De vraag is nu is dit Utrechtse wapen (de heugels) ook beschikbaar is voor de Woerdense tak Knijff ? Men kan er over strijden of de drie gestilleerde "ijzers" heugels zijn of stelijzers. Een heugel is een ijzeren staf welke in de schoorsteen is bevestigd en waaraan en pot of ketel boven een vuur gehangen kan worden. Stelijzers werden gebruikt om hetzij buiten muren te verbinden of een schoorsteen op dak te verankeren. In beide gevallen betekent het dat de familie, als wegstelde inzetenen van de stad Utrecht in een Steenhuys woonden.
Het is zondermeer duidelijk,dat Cornelis en zijn nazaten, behorende tot de Utrechtse tak het oorspronkelijke wapen Knijff kunnen voeren. Toch is het wapen met de drie heugels zijn wapen. Oorspronkelijk werd gedacht, dat deze Cornelis, welke in enigerlei familieverband stond tot de bisschop behoorde tot de katholieke tak en dat de Woerdense tak behoorde tot de protestante tak. Dat laatste is in ieder gaval juist. Maar sprekende van een katholieke tak moet men zijn bij de Nijmeegse tak. Ook de voornamen wijzen daarop. Reeds spoedig treden er in de Utrechtse tak dominee's op, zoals de zoon van Cornelis, n.l. Johannes (1604-1667). Daarna volgden nog vele dominee's. Het is zelfs de vraag of Cornelis nog wel katholiek was. Een en ander houdt verband met: Wie waren de vader en moeder van Cornelis ? Wel is er nog een verschil in het Helmteken. Een Helmteken met hoed en veertje van Jan Knijff, Schepen van Buren. Een Helmteken een arm met knuppel van (een) Cornelis Knijff.